tijdvakicoon burgers en stoommachinesBurgers en Stoommachines

Napoleon behoort tot de meest bekende personen uit de geschiedenis. Hij wist zich van eenvoudige komaf op te werken tot keizer van Frankrijk en heerser over bijna geheel Europa. Maar bij Waterloo werd hij verslagen.

In Waterloo komen nu toeristen uit heel de wereld. Ze willen kijken naar het slagveld waar Napoleon werd verslagen. Er is een show over te zien. De winkel staat vol met beeldjes van Napoleon.

Napoleon

De koning wordt onthoofd

De koning wordt onthoofd

Napoleon heeft rond 1800 geleefd, dus nu ongeveer 200 jaar geleden. Het is in die tijd onrustig in Frankrijk. De koning is verjaagd en onthoofd. Er zijn opstanden en rellen. De ene groep Fransen vecht tegen de andere. Er is niemand die echt de macht heeft in Frankrijk. Deze tijd wordt de tijd van de Franse Revolutie genoemd.

Op dat moment vallen ook nog eens Engelse troepen Frankrijk binnen. De stad Toulon is al in handen van de Engelsen. Napoleon, een officier in het Franse leger maakt een plan om de Engelsen uit Toulon te verjagen. En dat lukt. Napoleon wordt ineens beroemd in heel Frankrijk!

Napoleon aan de macht

Napoleon wordt bevorderd tot generaal in het Franse leger. Met zijn troepen gaat hij naar Italië, en behaalt daar overwinningen. Ook stukken van Oostenrijk komen in handen van Frankrijk. De Fransen en de Franse regering zijn trots op Napoleon.

Een paar jaar later, als de Fransen heel ontevreden zijn over hun regering, pakt Napoleon zijn kans. Hij trekt op naar de hoofdstad Parijs en grijpt de macht in Frankrijk. Het Franse leger staat aan zijn kant. Napoleon heeft alleen de macht in handen in Frankrijk.

In Frankrijk heerst nu orde en rust. Napoleon maakt allerlei nieuwe wetten. Met zijn vrouw woont hij in de prachtige paleizen van de vroegere koningen.

Tegenstanders

Maar niet iedereen is het eens met Napoleon aan de leiding. Hij maakt zichzelf namelijk bestuurder van Frankrijk voor de rest van zijn leven. Bovendien mag alleen hij zijn opvolger kiezen. Het volk heeft dus helemaal geen invloed meer.

Steeds meer mensen worden hier ontevreden over. Napoleon vindt dat deze mensen hun mond moeten houden. Hij stelt de censuur in. Dat betekent dat kranten niet meer alles mogen schrijven wat ze willen. De Fransen mogen hun mening niet meer vrijuit laten horen.

De tegenstand tegen Napoleon groeit. Er wordt een aanslag op zijn leven gepleegd, als hij met de koets op weg is naar een operavoorstelling. Napoleon overleeft de aanslag. Hij rekent streng af met zijn tegenstanders. Honderden mensen worden gevangen genomen en gedood.

De keizer van Frankrijk tegen Europa

Intocht Napoleon Amsterdam

Intocht Napoleon Amsterdam AHM

Napoleon is de baas in Frankrijk en heeft alle macht in handen. In de belangrijkste kerk van Parijs kroont hij zichzelf en zijn vrouw tot keizer en keizerin van Frankrijk. Zijn alleenheerschappij is nu een feit.

Er worden oorlogen gevoerd. Heel Europa voelt de nieuwe macht van Frankrijk onder Napoleon. Oostenrijk wordt uitgeschakeld, Pruisen, Spanje, en ook Nederland. Napoleon maakt zijn broer Lodewijk koning van Holland.

Moskou in brand

Moskou in brand

Moskou in brand

Maar Napoleon wil nog meer. De Franse legers trekken door Duitsland en Polen op richting Moskou. Ze komen heel ver, want de Russische troepen vechten niet, maar trekken zich terug. De Russen trekken ook uit hun hoofdstad weg. Ze steken zelfs de stad in brand!

En dan wordt het winter. Daar hebben de Russen opgewacht. Zij weten als geen ander hoe koud het dan kan zijn. De Fransen zijn daar niet op voorbereid. Hun kleding is te dun, hun geweren en kanonnen doen het niet meer door de kou. Ze moeten zich wel terugtrekken.

De Russische soldaten zijn wel gewend aan de kou. Voortdurend vallen ze de Franse troepen aan. Duizenden soldaten sneuvelen. Napoleon vlucht naar Parijs en laat zijn leger aan hun lot over.

 

Waterloo

Slag bij Waterloo

Slag bij Waterloo

Napoleon beseft dat de grote landen van Europa plannen maken om hem voorgoed te verslaan. Een paar jaar later gebeurt dat ook. Het leger van de Engelsen en de Pruisen verzamelen zich in de zuidelijke Nederlanden. Napoleon wil ze verslaan en trekt met een groot Frans leger naar het noorden op. Vlakbij Brussel, op de uitgestrekte velden bij Waterloo vindt de grote veldslag plaats. Het geluk is niet langer met Napoleon. Hij wordt in Waterloo volledig verslagen.

Napoleon wordt gevangen genomen. Hij moet zijn verder leven doorbrengen op een eilandje, heel ver weg. Bewakers zorgen ervoor dat hij niet kan vluchten. Zes jaar later sterft hij daar eenzaam en alleen. In Parijs kreeg Napoleon jaren later een prachtig grafmonument. Voor heel veel Fransen is hij nog steeds een grote held.

Wist je dat?

 

  • In 1804 had een Frans-Nederlands leger ( 18.000 soldaten) zijn tenten opgeslagen in de bossen bij Zeist. De soldaten verveelden zich. Hun commandant gaf hen de opdracht: bouw een piramide ter ere van Napoleon. Binnen vier weken lag er een berg van 36 meter hoog. Er boven op kwam een houten obelisk. De piramide werd genoemd naar de beroemdste veldslag die Napoleon had gewonnen. Daarom heet de plek nu ´de piramide van Austerlitz´. Je kunt de piramide nog steeds beklimmen en dan heb je een prachtig uitzicht.
  • In de slag bij Waterloo vochten Britse, Pruissische en Franse legers tegen elkaar. Ze hadden alle voetsoldaten (infanterie) en soldaten te paard (cavalerie). De cavaleristen gebruikten zwaarden en revolvers. De infanteristen schoten met musketten met daarop een bajonet (mes) en revolvers.
  • Nadat de veldslag bij Waterloo (18 juni 1815) was uitgeraasd, was het ineens heel stil. Op de velden lagen 40.000 soldaten en 10.000 paarden, dood of te gewond om nog te kunnen bewegen.
  • Napoleon veroverde in 1798 Egypte. Het Franse bestuur dat daar kwam, ging voor het eerst onderzoek doen naar de tijd van de farao´s en de piramides. Hierdoor ontstond een nieuwe wetenschap: de Egyptologie.
  • In 1795 veroverden de Franse legers ons land. Nederland heette voortaan de ´Bataafse Republiek´ en later ´Koninkrijk Holland´. In 1810 werd Nederland ingelijfd bij Frankrijk. Ons land was toen eigenlijk een provincie van Frankrijk.
  • In 1811 bezocht Napoleon Rotterdam. Er werden veel veiligheidsmaatregelen genomen. Zo mocht er geen vuurwerk worden afgestoken en mochten er geen boten onder bruggen liggen. Men was heel bang dat iemand een aanslag wilde plegen op Napoleon.
  • HOOFDSTUK 2
  • Napoleon wordt nog altijd vereerd

    Intocht Napoleon Amsterdam

    Intocht Napoleon Amsterdam AHM

    Napoleon werd bij Waterloo (in 1815) voorgoed verslagen. Hij werd gevangen genomen en naar een ver eiland gebracht. Op dat eiland zat hij gevangen. In Waterloo komen nu toeristen uit heel de wereld. Ze willen kijken naar het slagveld waar Napoleon werd verslagen. Er is een show over te zien. De winkel staat vol met beeldjes van Napoleon. Er zijn boeken, T-shirts en spelen over Napoleon te koop.

    Toch vreemd..

     Borstbeeld Napoleon

    Borstbeeld Napoleon AHM

    Dat is vreemd want Napoleon in Waterloo heeft  verloren. Je moet goed zoeken om iets te vinden over de winnaar, de Engelse generaal Wellington. Alle aandacht gaat uit naar Napoleon. Hij is de beroemde held.

    Komt dat door de vele schilderijen die hij van zichzelf heeft laten maken? Hij staat daar altijd goed op: als hij zichzelf kroont tot keizer, te paard aan het hoofd van zijn troepen, boven op een heuvel als hij zijn troepen commandeert in een veldslag. Die schilderijen maken hem tot een held. Zo wilde Napoleon het ook graag.

     

    Ook kritiek op Napoleon

    Moskou in brand

    Moskou in brand

    Maar hij heeft ook veel kwaad gedaan. Duizenden soldaten heeft hij de dood in gejaagd omdat hij zoveel oorlogen heeft gevoerd tegen allerlei landen. Hij wilde alle macht, in Frankrijk en later in Europa, ook al kostte dat het leven van duizenden soldaten.

    Bij de veldtocht naar Rusland, in 1812, lukte het niet om de Russen te verslaan. Ze bleven zich terugtrekken. Ze staken zelfs hun eigen Moskou in brand. Toen moest Napoleon wel opgeven. Zijn grote leger moest langzaam door de felle vrieskou terug naar huis. Maar Napoleon bleef niet bij hen. Hij ging snel naar Parijs en liet zijn leger aan hun lot over.

    Wat vind jij: heeft Napoleon het verdiend dat hij vereerd wordt?

  • HOOFDSTUK 3
  • Koning Willem I verliest België

    In 1813 werd Willem Frederik koning van Nederland en kreeg hij de naam Willem I. Hij was een prins van Oranje-Nassau en de eerste uit zijn familie die koning werd van Nederland. Zijn voorvaderen waren geen koningen maar stadhouders.

    De laatste stadhouder was zijn vader, stadhouder Willem V. Van 1815 tot 1830 was Willem I ook koning van de zuidelijke Nederlanden, dat nu België heet. Wie was deze koning Willem I en waarom verloor hij België?

    Prins van Oranje Nassau

    Willem van Oranje

    Willem van Oranje

    De familie Nassau bestond uit Duitse edelen. In 1544 erfde Willem van Nassau het prinsdom Orange in Frankrijk. Hij noemde zich daarom voortaan prins van Oranje-Nassau. 'orange' betekent namelijk oranje in het Frans.

    De familie had ook bezittingen in de Nederlanden. Daarom waren de Duitse prinsen ook hoge Nederlandse edelen. Koning Willem I en ook koningin Beatrix zijn verre familie van Willem van Oranje Nassau. Nu weet je ook de achternaam van koningin Beatrix en prins Willem Alexander.

    Stadhouders

    In de 16e eeuw hoorden de Nederlanden bij het grote rijk van keizer Karel V. Deze keizer kon dat niet in zijn eentje besturen. In de Nederlanden stelde hij daarom stadhouders aan die in zijn naam één of meer provincies bestuurden.

    Toen de Nederlanden een republiek werden (zie werkstuk 'Willem van Oranje') kozen de Nederlandse provincies zelf hun stadhouders. Dat waren meestal prinsen van Oranje-Nassau. De stadhouders werden steeds machtiger.

    In 1747 werd een prins van Oranje-Nassau zelfs stadhouder van alle provincies. Er werd ook vastgelegd dat het stadhouderschap voortaan erfelijk zou zijn. De oudste zoon van de stadhouder volgde hem automatisch op. Ze hoefden dus geen stadhouder meer te kiezen.

    De Franse bezetting

     Borstbeeld Napoleon

    Borstbeeld Napoleon AHM

    Op 1 februari 1793 verklaarde Frankrijk de oorlog aan de Nederlanden. De provincies onder de grote rivieren werden snel veroverd.

    Het jaar daarop heerste er in de Nederlanden een strenge winter. Midden december 1794 waren de Maas, de Waal en de Rijn bevroren. De Franse generaal Pichegru trok toen met zijn leger over de rivieren en bezette ook de noordelijke provincies.

    Stadhouder Willem V vluchtte met zijn familie naar Engeland. De Fransen stelden één regering aan over alle provincies samen. In 1806 werd de broer van de Franse keizer Napoleon zelfs koning van Nederland.

    Veel Nederlanders hadden de Fransen in het begin met open armen verwelkomd. De Fransen beloofden immers voorspoed en welvaart. Maar de Nederlanders moesten gaan meebetalen aan de oorlogen van Frankrijk en ze moesten ook soldaten hiernaartoe sturen.

    Toen Napoleon steeds meer macht verloor en uiteindelijk ook zijn legers uit Nederland moest terugtrekken waren de Nederlanders opgelucht.

    Koning Willem I

    Toen de Fransen uit Nederland waren vertrokken werd er weer geroepen om een prins van Oranje. Stadhouder Willem V was inmiddels overleden maar zijn zoon Willem Frederik wilde dolgraag terugkeren naar Nederland. Tijdens de jaren dat hij niet hier woonde, streed hij vanuit het buitenland tegen de Franse bezetting.

    Omdat er in Nederland tijdens de Franse bezetting heel veel was veranderd werd Willem Frederik geen stadhouder maar koning. Dit gebeurde op 2 december 1813 in Amsterdam. Samen met zijn ministers regeerde koning Willem I vanaf toen over Nederland. Dit zou hij blijven doen tot 4 september 1840.

    Koning-Koopman

    De eerste spoorlijn

    De eerste spoorlijn

    Tijdens de Franse bezetting was de economie in Nederland sterk achteruit gegaan. De handel had hier jarenlang stil gelegen. Voor koning Willem I was er dus veel werk te doen, maar gelukkig wist hij van aanpakken.

    In 1814 richt hij de Nederlandse Bank op. Deze bank leende geld aan mensen die een eigen bedrijf wilden beginnen. Willem I liet ook nieuwe wegen aanleggen, een groot aantal kanalen graven en hij zorgde ervoor dat er spoorlijnen werden aangelegd.

    Dit alles deed hij om de bedrijven beter bereikbaar te maken. Goederen konden nu makkelijker worden aan- en afgevoerd. Willem I deed nog veel meer voor de Nederlandse handel. Hij was hierbij een soort koopman die zoveel mogelijk winst probeerde te behalen voor zijn koninkrijk. Na zijn dood heeft hij dan ook de toepasselijke bijnaam 'koning-koopman' gekregen.

    België

    Van september 1814 tot juni 1815 werd er in Wenen vergaderd door de vorsten en andere belangrijke mensen van Europa. Frankrijk was verslagen. Er moesten besluiten worden genomen. Eén van die besluiten was dat de zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordige België, bij Nederland zou gaan horen. Het vergrote Nederland zou sterker zijn als Frankrijk weer oorlog wilde gaan voeren.

    Maar veel Belgen waren hier helemaal niet blij mee. Dat was ook wel te begrijpen want de Belgen moesten meebetalen aan de schulden van het noorden en die waren ongeveer vijftig maal zo hoog als die van de zuidelijke Nederlanden. Verder vonden de Belgen dat ze niet gelijk werden behandeld. De meeste hoge ambtenaren op de ministeries en officieren in het leger waren Nederlanders uit het noorden.

    Nee, ze vonden het maar niets dat ze Nederlanders waren geworden. De Belgen wilden een eigen onafhankelijk land en hun eigen koning kiezen. Ze kwamen tegen het noorden en koning Willem I in opstand. Uiteindelijk leidde dit in 1830 tot de onafhankelijke staat België met Leopold I als koning.

    Wist je dat?

     

    • Als Nederland door Frankrijk wordt bezet, vlucht stadhouder Willem V met zijn gezin in vissersboten naar Engeland.
    • In februari 1802 heeft Willem Frederik met Napoleon in Parijs gegeten. Willem Frederik probeerde toen van Napoleon geld te krijgen. Het Huis van Oranje had namelijk veel verloren. Dit lukte hem niet.
    • In 1791 trouwde Willem Frederik met zijn nicht, Wilhelmina van Pruisen. Zij was de dochter van de Pruisische koning Frederik Willem II.
    • Koning Willem I kreeg uit zijn eerste huwelijk twee zonen en een dochter. Dochter Marianne was een snoezig meisje.Hij kon haar niets weigeren. Bijna alles wat ze wilde kreeg ze van hem gedaan. Ze had veel speelgoed.
    • Na de Franse bezetting keerde Willem Frederik (zo heette Willem I voordat hij koning werd) ook weer in een vissersboot terug naar Nederland. Door een zware zuidwesterstorm duurde die overtocht vier dagen. Op het strand van Scheveningen stonden al die tijd duizenden mensen vol ongeduld op hem te wachtten.
    • Op de plek waar Willem Frederik landde, staat nu een stenen monument om deze gebeurtenis te herdenken.
    • Koning Willem I kon heel koppig zijn. Hij regeerde dan wel samen met de ministers maar veel besluiten nam hij zonder eerst met hen daarover te praten. Dit waren zogenaamde 'Koninklijke Besluiten'.
    • In België had koning Willem I de bijnaam 'koperen koning'. Die kreeg hij omdat hij bij zijn feestelijke intocht in Brussel alleen koperen munten onder de bevolking had laten uitstrooien. De bevolking had verwacht dat het gouden munten zouden zijn
    • HOOFDSTUK 4
    • Prinsjesdag

      Op de derde dinsdag van september vertrekt om 13.00 uur de koningin met haar familie naar het Binnenhof in Den Haag.

      De koningin zit in de gouden koets en er lopen veel paarden en muziekgroepen mee.

      Om 13.30 uur gaat de koningin de Ridderzaal binnen. Daar leest zij de troonrede voor.

      Officieel doet zij dat in de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal. Dat is de vergadering van de Eerste Kamer en Tweede Kamer samen.

      Op Prinsjesdag

      De Gouden Koets op Prinsjesdag

      De Gouden Koets op Prinsjesdag

      De Ridderzaal zit dus vol kamerleden, maar ook ministers en andere mensen uit de politiek. Er zijn ook enkele plaatsen beschikbaar voor pers en 'gewone' burgers. Als de koningin de troonrede voorgelezen heeft, roept de voorzitter van de vergadering drie keer 'Leve de koningin'. Rond 14:00 uur gaat de koningin en de koninklijke stoet terug naar het paleis Noordeinde. Daar verschijnt de hele koninklijke familie op het balkon om naar alle mensen te zwaaien.

      De troonrede

      De koningin houdt de troonrede in de Ridderzaal

      De koningin houdt de troonrede in de Ridderzaal

      De koningin schrijft de troonrede niet zelf. Dat doen de ministers. Iedere minister schrijft de tekst over de zaken waar hij of zij mee bezig is. De minister-president maakt hier één verhaal van en schrijft daarna de tekst die de koningin in de troonrede voorleest. Tot 1848 schreef de koning of koningin wel zelf de troonrede. In de troonrede komen de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar aan bod. In de grondwet staat dat de koning of koningin elk jaar op prinsjesdag de plannen bekend maakt. Soms is de troonrede lang, soms kort. Het gaat vaak over verschillende onderwerpen: de ene keer is het fileprobleem belangrijk, de andere keer het onderwijs.

      Geschiedenis

      Nederland heeft sinds 1814 een koning. Koning Willem I opende op maandag 2 mei 1814 voor de eerste keer de vergadering van de Staten-Generaal, een vergadering van de Eerste en Tweede Kamer samen. Dit was dus de eerste keer prinsjesdag. Daarna is er bijna elk jaar een prinsjesdag geweest, behalve tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers waren toen hier de baas. De ministers en de koningin zaten in Engeland.

      De naam prinsjesdag komt uit de 18e eeuw. Toen werd de verjaardag van prins Willem V al zo genoemd. Die verjaardag was op 8 maart en alle aanhangers van prins Willem V vierden dan groot feest. Willem V was stadhouder en had de titel prins. Vandaar de naam prinsjesdag.

      Derde dinsdag van september

      Eerst werd prinsjesdag op de eerste maandag in november gehouden. Daarna werd het de derde maandag in oktober. In 1848 werd prinsjesdag weer een maand opgeschoven, namelijk naar de derde maandag in september. Dit kwam omdat er anders te weinig tijd was om alle plannen goed te kunnen doorspreken voor het eind van het jaar. In 1888 werd prinsjesdag van de maandag naar de dinsdag verzet. Dit werd besloten omdat sommige kamerleden vanwege hun geloof niet op zondag wilden reizen. Dat was wel nodig als ze maandag op tijd in Den Haag wilden zijn. Het vervoer in die tijd was nog niet zo snel.

      Financiën

      Het koffertje

      Het koffertje

      Prinsjesdag is niet alleen de dag waarop de koningin de plannen voor het komende jaar bekend maakt. Het is ook de dag waarop de financiën uitgebreid aan de orde komen. Alle plannen moeten natuurlijk wel betaald worden. Na het uitspreken van de troonrede wordt in de Tweede Kamer de begroting gepresenteerd. De laatste jaren gebeurt dit altijd met het openen van het koffertje van de minister van Financiën.

      Wist je dat?

       

      • Op 7 september 1898 kreeg koningin Wilhelmina een mooi kado van de Amsterdamse bevolking: de gouden koets. Koningin Wilhelmina werd op die dag officieel koningin. Op haar verzoek werd de koets zo gemaakt dat zij er in zou kunnen staan. De koets is daarom erg hoog. Bij de poort naar het Binnenhof moet de koetsier altijd goed opletten dat hij de poort niet raakt.
      • De paarden die de koets trekken op het strand van Scheveningen getraind worden. Zo mogen niet schrikken van herrie, licht en rook.
      • Sinds 1903 rijdt de koningin op prinsjesdag altijd in de gouden koets. Daarvoor kwam zij ook vaak met de glazen koets.
      • Op prinsjesdag in 1963 sloegen de paarden van de koets met de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet op hol. De koets kwam tegen een boom tot stilstand. Gelukkig bleven de prinsessen ongedeerd en reden zij verder met hun ouders in de gouden koets.
      • In Den Haag hebben alle leerlingen in het basisonderwijs op prinsjesdag vrij. De leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben vanaf ongeveer 11.00 uur vrij.
      • Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) waren er bijna geen paarden in de koninklijke stoet. Die waren namelijk afgestaan aan het leger. De koningin kwam in die jaren in een gewone koets naar de Ridderzaal.
      • Slechts één keer heeft een koningin geweigerd om de troonrede op prinsjesdag voor te lezen. Dat was in 1911. Koningin Wilhelmina vond dat de voorzitter van de Tweede Kamer moest aftreden. Dat deed hij niet. Daarom wilde de koningin de troonrede niet voorlezen.
      • Een enkele keer werd de troonrede door de minister-president voorgelezen. Dit gebeurde bij ziekte of bij zwangerschap van de koningin (1908).
      • In 1932 verstoorden kamerleden van de communistische partij de orde in de Ridderzaal. Andere kamerleden zongen daarom het 'Wilhelmus'. In 1934 werden de communisten, nadat zij zich weer hadden misdragen, door de politie uit de zaal verwijderd.
      • HOOFDSTUK 5
      •  

        Kinderarbeid

        Ieder kind doet wel eens een klusje: de auto wassen, afwassen. Oudere kinderen brengen de krant rond of werken in een supermarkt. Is dat ook kinderarbeid?

        Nee, dat is niet zo. Met kinderarbeid wordt bedoeld dat kinderen die veel te jong zijn werken bij een baas die ze slecht betaalt en slecht behandelt. Bovendien hebben ze daardoor geen tijd om naar school te gaan zodat ze niets leren en dus later ook nooit een goede baan kunnen krijgen.

        Dit gebeurt allemaal nog steeds in arme landen. Kinderarbeid kwam vroeger ook in Nederland voor. Hoe kwam daar toen een eind aan?

        Kinderarbeid vroeger

        Een man herinnerde zich hoe hij als kind hard moest werken. In 1780 ongeveer:

        'Ik groeide op zoals kinderen opgroeien in een klein stadje op het platteland. Natuurlijk moest ik naar school, maar daarnaast ook meehelpen op het veld. In de herfst moesten de stronken kool omgehakt worden. Daarmee werden de koeien gevoerd. Meestal waren ze nat en omdat het al koud was, kreeg ik kramp in m´n linkerarm waarmee ik de stronken moest vasthouden.'

        Honderd jaar later gingen tienduizenden kinderen niet naar school. Ze moesten lang en hard werken, in dienst van een baas. Voor hooguit tien cent per dag. Deze schoolmeester uit Moordrecht merkte dat zijn klas leeg bleef: veel kinderen werkten in de touwbaan:

        'Hier in mijn dorp komt het voor dat soms vijfjarigen langer dan 12 uur per dag aan de wielen moeten draaien om touw te maken. De dodelijk vermoeide kinderen worden ´s morgens slapend naar de werkplaats gedragen en door hun schreeuwende baas gewekt.'

        Hoe dachten ze vroeger over kinderarbeid?

        Kinderarbeid, meisjes naaien jute zakken

        Over kinderarbeid werd toen heel verschillend gedacht. Sommige mensen waren er voor, anderen ertegen. Een fabrikant van aardewerk in Maastricht vond kinderarbeid prima. In 1886 zei hij:

        'In mijn fabrieken werken inderdaad jongens van 12 en 13 jaar gedurende 6 nachten per week. Ik vind dat niet schadelijk voor hen. Alleen door zeer jong te beginnen en voortdurend te oefenen leren zij de nodige vaardigheid in het glaswerken.
        Dat ik zulke jonge jongens gebruik is ook een kwestie van geld, maar niet hoofdzakelijk. Kijk, een jongen loopt als het glas gereed is, ermee naar de oven. Dat is geen zwaar werk en een jongen doet dat spelend. Als hij dat 12 uur gedaan heeft, is hij nog niet moe en loopt als een haas. Zware personen en oudere mensen kunnen voor dat werk niet gebruikt worden.'


        Andere directeuren van fabrieken dachten er ook zo over. Kinderen waren goedkope werkkrachten.
        Aan het eind van de 19 eeuw wilden steeds meer Nederlanders dat er een einde kwam aan de kinderarbeid. De regering zou het moeten verbieden.

        De Nederlandse regering

        De Nederlandse ministers vonden altijd al dat ze zich niet moesten bemoeien met wat er in de fabrieken en bedrijven gebeurde. Dat was een zaak van de directeuren, niet van de politiek. Er kwamen dus geen wetten die de werkomstandigheden voor kinderen verbeterden. Er kwam zeker geen wet die de kinderarbeid verbood.

        Samuel van Houten

        Samuel van Houten

        Samuel van Houten

        Samuel van Houten was lid van de Tweede Kamer. Hij wilde dat de regering met een wet kwam die de kinderarbeid zou verbieden:
        'Het is uw plicht tegen kinderarbeid op te treden. U weet dat kinderen worden uitgebuit.'

        Toen hij merkte dat de minister die daar over ging, dat niet van plan was, besloot Van Houten zelf een voorstel te maken. IJverig schreef hij:
        'Artikel 1: Het is verboden kinderen beneden de twaalf jaar in dienst te nemen of in dienst te hebben.'

        Van heel veel mensen in het land kreeg Van Houten brieven om hem te steunen. Er werden vergaderingen georganiseerd, tegen kinderarbeid en voor Van Houten. Dat maakte grote indruk op de andere leden van de Tweede Kamer.

        Kinderwetje van Van Houten

        De Tweede Kamer zou stemmen over het voorstel van Van Houten om kinderarbeid te verbieden. Hoe zou de uitslag worden? De stemming werd een groot succes voor Van Houten: 64 stemden voor en 6 tegen. Het kinderwetje van Van Houten werd dus aangenomen.

        Zijn wet werd het begin: tot 12 jaar mochten kinderen niet werken. Uiteindelijk werd alle kinderarbeid verboden, tenminste in Nederland. In andere landen bestaat kinderarbeid nog steeds.

        Kinderarbeid bestaat nog steeds

        In veel landen in de wereld gaan kinderen bij een baas werken. Uit armoede, om te overleven. In Cambodja werken bijvoorbeeld kinderen in een textielfabriek. Daar maakten ze in 2000 kleren voor de merken Nike en Gap. In India werken kinderen in fabrieken die kleden en tapijten maken die in Nederland worden gekocht.

        Onlangs werd bekend gemaakt dat er in de hele wereld 250 miljoen kinderen werken. Zij hebben dus weinig tijd om te spelen, gaan weinig naar school en leven in slechte gezondheid.

        Wist je dat?

         

        • Als je nog geen zestien bent mag je op schooldagen niet meer dan twee uur per dag werken.
        • In de hele wereld werken 250 miljoen kinderen.
        • Per dag komen er 80.000 werkende kinderen bij.
        • In Nederland moet je naar school tot je zestiende.
        • Sommige tapijten uit India hebben een keurmerk aan de onderkant: hieraan hebben geen kinderen gewerkt.
        • Kinderarbeid komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.
        • De meeste kinderarbeid komt voor in Azië, maar ook in Afrika en Zuid-Amerika.
        • Als in een arm land de leerplicht wordt ingevoerd, vermindert ook de kinderarbeid. Ouders zijn dan verplicht hun kinderen naar school te sturen.
        • Bij de Europese Kampioenschappen Voetbal in 1996 in Engeland bleek dat de voetballen waarmee gespeeld werd door kinderen waren gemaakt in Pakistan.
        • HOOFDSTUK 6
        • Vincent van Gogh

          In Amsterdam staat het Van Gogh Museum. In dit museum vind je bijna alle schilderijen van Vincent van Gogh. Miljoenen toeristen uit de hele wereld komen naar dit museum om zijn tekeningen en schilderijen te bekijken. Die zijn nu heel veel geld waard. Maar toen Vincent van Gogh ze maakte, wilde niemand zijn schilderijen hebben. Vincent stierf als een arm man.

          Vincent als kind

          Vincent van Gogh wordt geboren op 30 maart 1853 in Zundert. Samen met zijn broertjes en zusjes groeit hij op in dit Brabantse dorp. Als kind is Vincent stil en teruggetrokken. Hij vindt het heerlijk om uren door de velden te dwalen en planten, insecten en vogels te bestuderen. Met zijn broer Theo heeft hij een hele hechte band.

          Aan het werk

          Als Vincent bijna 16 is, gaat hij werken. Hij wordt verkoper in de kunstwinkel van zijn rijke oom in Den Haag. Vincent is enthousiast. Kunst en schilderijen interesseren hem heel erg. De schilderijen in de winkel verkopen heel goed. Maar Vincent vindt ze eigenlijk niet mooi: zo zoetig, mooie bloemen en landschappen, maar hij mist de mensen. Waarom zie je niet wat zij meemaken? Vincent heeft moeite schilderijen te verkopen die hij niet mooi vindt. Aan zo´n verkoper heeft een baas ook niets, dus Vincent wordt ontslagen. Vincent wil nu, net als zijn vader, over de bijbel vertellen; het evangelie verkondigen. Hij gaat werken als hulpprediker, een soort dominee, voor mijnwerkers in België. Dag en nacht is Vincent aan het werk. Hij geeft zijn geld en zijn kleren aan de armste mensen. De mensen van de kerk vinden dat hij overdrijft. Bovendien vinden ze dat Vincent er te armoedig uit ziet voor een hulpprediker. Daarom wordt hij ontslagen.

          Kunstenaar

          Dan besluit Vincent zelf kunstenaar te worden. Als kind tekende hij al graag. Hij verhuist naar Etten in Brabant, waar zijn ouders zijn gaan wonen. Vincent wil vooral ´gewone mensen´ tekenen. Zijn broer Theo stuurt hem iedere maand geld. Daardoor kan Vincent naar zijn neef in Den Haag, de kunstschilder Anton Mauve. Mauve geeft hem teken- en schilderlessen. Van hem leert Vincent met olieverf werken ( hiervoor werkte hij vooral met potlood, houtskool, Oost-Indische inkt en waterverf). Vincent heeft niet genoeg geld om mensen te betalen die voor hem willen poseren. Dus zoekt hij ze buiten op en tekent hij hen na. Zo ontmoet hij Sien van Hoorn. Zij wordt zijn vaste nieuwe model. Ze gaan bij elkaar wonen, maar dat gaat niet goed. Vincent vertrekt uit Den Haag en zwerft verdrietig rond in Drenthe. Ten einde raad gaat hij opnieuw terug naar zijn ouders, die in die dagen in Nuenen, in Brabant wonen. Het schuurtje achter het huis wordt zijn atelier. Hij tekent de mensen op het platteland. Arme boeren die zwaar werk verrichten. De kleine schetsen die hij buiten maakt, werkt hij thuis in zijn atelier uit. Hij schildert vooral in donkere aardekleuren. Vincent stuurt zijn broer Theo al zijn tekeningen en schilderijen in ruil voor geld. Zo verdient hij zijn geld eerlijk.

          De aardappeleters

          De aardappeleters

          De aardappeleters

          Een schilderij waar hij erg zijn best op doet is ´De aardappeleters´. Op het schilderij zie je vijf arme boeren die aardappels eten. Ze zijn moe van het harde werken. Het huis lijkt meer op een stal dan op een woonhuis. Vincent wil met dit schilderij het arme bestaan van de boeren laten zien.

          In Parijs

          zonnebloemen

          Zonnebloemen

          Vincent verkoopt niet veel schilderijen. Hij is nog armer dan de mensen die hij schildert. Hij schrijft zijn broer Theo, die inmiddels een kunsthandel in Parijs heeft, dat hij eraan komt. In Parijs ontdekt Vincent de moderne schilders. Zij schilderen zoals Vincent ook wel zou willen. Licht en kleur zijn belangrijk in het werk van deze Franse schilders. Vincent gaat ook zo schilderen. De donkere aardekleuren van vroeger veranderen in helder rood, blauw en geel. Vincent ontmoet Pisarro. Die wordt zijn leermeester. Hij legt Vincent uit wat hij doet: stipje voor stipje schildert hij de kleuren naast elkaar. Vincent verandert al snel de stippen in strepen. Nog steeds verkoopt Vincent geen enkel schilderij. En omdat hij dus nog te weinig geld heeft om mensen te betalen die voor hem poseren, schildert hij regelmatig zichzelf. Dat is goedkoop. Vincent blijft arm, dat maakt hem somber.

           

          Arles

          Na twee jaar besluit hij de grote stad Parijs te verlaten en de zon op te zoeken in Arles, een klein stadje in het zuiden van Frankrijk. Het wordt lente in Arles, de fruitbomen staan in bloei en Vincent wordt weer wat vrolijker en gaat aan de slag. Hij schildert de korenvelden in heldere kleuren. Hij schildert de zon en de hemel fel geel, de aarde paars. Vincent schildert ook de kleuren van de nacht. Nachtenlang schildert hij onder het licht van een gaslamp.

          Laatste maanden

          Sterrennacht

          Sterrennacht

          Na een paar weken wordt Vincent toch weer somber. Hij krijgt zelfs angstaanvallen; dan is hij helemaal in de war. Zo erg dat hij zich laat opnemen in een ziekenhuisje vlakbij Arles. Als Vincent een beetje tot rust is gekomen, gaat hij weer buiten werken. Eerst in de tuin van het ziekenhuis en later in de omgeving ervan. Hij maakt de prachtigste schilderijen. Zijn bekendste werk uit die tijd is de ´sterrennacht´. In 1890 gaat Vincent naar een plaatsje in de buurt van Parijs, Auvers sur Oise. Hij schildert daar veel landschappen en voelt zich goed. Toch blijft hij bang weer zijn verstand te verliezen. En het gaat inderdaad weer fout. Hij raakt opnieuw in de war. Op een mooie zomerdag in 1890 vertrekt hij met zijn schildersspullen naar de korenvelden. Daar schiet hij zichzelf met een pistool in de borst. Na twee dagen overlijdt hij. Zijn broer Theo is erbij. Vincent wordt in Auvers begraven. Er zijn beroemde schilders bij aanwezig. Zijn kist is bedekt met gele bloemen en zijn schildersezel en penselen staan ernaast

          Wist je dat?

           

          • Als kind was Vincent dol op het verzamelen van torren en lege vogelnesten. Hij was ook heel goed in het verzinnen van spelletjes.
          • Vincent leerde zichzelf schilderen. Hij heeft geen les gehad op een kunstacademie.
          • Op een dag is Vincent zo boos dat hij een stukje van zijn linkeroor af snijdt.
          • Echte van Gogh schilderijen kosten erg veel geld. Wil je toch een afbeelding van zijn werk hebben, dan kan dat. Er is van alles te koop: posters, boeken, koekblikken, tassen, douchegordijnen. Als van Gogh nu leefde, was hij vast miljonair geweest!
          • Nu wordt er wel 5 miljoen Euro voor een schilderij van Van Gogh betaald.
          • Er is een luchtballon gemaakt van het hoofd van Vincent van Gogh. Ballonvaarder Hans Zoet gaat de komende jaren met de ballon de wereld over.
          • Vincent en zijn broer Theo liggen samen begraven in Auvers, een plaatsje in Frankrijk.
          • Vincent is niet lang kunstenaar geweest: maar 10 jaar. In deze korte tijd heeft hij erg veel geschilderd, bijna 1700 werken!
          • Tijdens zijn leven heeft Vincent maar één schilderij verkocht, voor ongeveer 288 gulden. Dat is ongeveer 130 euro.
          • HOOFDSTUK 7
          • De Grondwet

            Johan Thorbecke

            Johan Thorbecke

            Prinsjesdag. Als je de koningin in haar prachtige Gouden Koets ziet rijden, zou je denken dat ze heel veel macht heeft. Zoals koningen in sprookjes en verhalen. Zoals koningen die vroeger hadden. Een koning hoefde maar met zijn vingers te knippen en het gebeurde.

            Maar dat was toen. Nu hebben de ministers in de regering het voor het zeggen in Nederland, en niet de koning. De macht van een koning of koningin is dus niet zo groot. Dat komt door dit boek. De grondwet.

            Onze grondwet

            De Grondwet

            De Grondwet

            Toen Beatrix koningin werd, was er een grote plechtigheid in Amsterdam. Ze had een echte koninklijke mantel om. Op een tafeltje zie je de kroon en de grondwet. En dat komt het belangrijkste moment: De nieuwe koningin zweert trouw aan de grondwet. Ze belooft dat ze zich aan de grondwet zal houden. De grondwet is geen dik boek. Maar wat er in staat is de basis voor heel veel andere wetten waar alle Nederlanders zich aan moeten houden. Dat vinden wij sinds die grondwet er is.

            Koning Willem II

            Koning Willem II

            Koning Willem II

            In 1848 is Willem II koning van Nederland. Hij heeft nog heel veel macht. Hij maakt uit hoe er geregeerd wordt. Er is wel een Tweede Kamer, met mannen die door Nederlanders zijn gekozen, maar die heeft weinig te vertellen. Willem doet zijn eigen zin. Ministers moeten doen wat de koning wil.

            In opstand tegen de koning

            In opstand tegen de koning

            In opstand tegen de koning

            In de meeste andere landen is dat dan ook zo. Maar ineens verandert dat. Het volk in Parijs, Berlijn en Wenen komt in opstand. Ze willen mee kunnen praten over wat er in het land gebeurt. Ze gaan de straat op, om te protesteren tegen hun koning. Er zijn rellen en opstootjes. Er wordt geschoten. Maar het volk laat zich niet zomaar wegsturen. Dan moeten de koningen in die landen wel toegeven. Er komt een grondwet waarin staat dat het volk het laatste woord krijgt.

            Een grondwet voor Nederland

            Een grondwet voor Nederland

            Een grondwet voor Nederland

            Koning Willem II hoort wat er in Parijs, Berlijn en Wenen gebeurt. Hij slaapt er slecht van. Zou het hier ook vechten worden? Zouden de Nederlanders hem misschien afzetten? In Amsterdam zijn er al rellen, hoort hij. Willem II wordt bang. Na weer een slechte nacht weet Willem II wat hij moet doen. Een opstand moet voorkomen worden. Hij vindt het nu goed dat er een grondwet komt.

            Johan Thorbecke

            Johan Thorbecke

            Johan Thorbecke

            Johan Thorbecke, krijgt opdracht een nieuwe grondwet te schrijven. En als de nieuwe grondwet klaar is, is iedereen tevreden. Koning Willem II, omdat hij koning kan blijven. De ministers, omdat zij nu zelf kunnen regeren. En de Tweede Kamer, omdat zij de ministers kunnen gaan controleren. En omdat de mensen in Kamer door het volk worden gekozen, heeft het volk nu het laatste woord, en niet de koning. Zo is het eigenlijk nog steeds.

          • HOOFDSTUK 8
          • Aletta Jacobs

            Aletta Jacobs was een bijzondere vrouw. Zij leefde in een tijd waarin heel anders over vrouwen werd gedacht dan nu. Studeren en werken, dat waren dingen die niet bij een vrouw hoorde! Aletta Jacobs deed dit toch. Zij ging geneeskunde studeren en werken als dokter. Aletta Jacobs heeft veel gedaan voor de vrouwen in haar tijd. Ze heeft gestreden voor het vrouwenkiesrecht. En zij was een voorstander voor het gebruik van een voorbehoedsmiddellen. Daardoor kon een vrouw zelf kiezen of zij kinderen wilde.

            Hieronder lees je meer over deze bijzondere vrouw.

            Jeugd en studie

            Aletta Jacobs las jonge vrouw

            Op 9 februari 1854 werd Aletta Henriëtte Jacobs in het Groningse dorp Sappemeer geboren. Aletta was het achtste kind en na haar werden er nog drie geboren. Het gezin bestond dus uit elf kinderen. Aletta´s vader, Abraham Jacobs, was een huisarts en haar moeder, Anna de Jongh, zorgde voor het huishouden. Toen Aletta zes was wist ze al dat ze dokter wilde worden, net als haar vader. Maar in haar tijd werden alleen jongens dokter. Een net meisje hoorde naar een jongedamesschool te gaan. Op zo´n school heeft Aletta het maar veertien dagen uitgehouden. Toen werd ze ziek. Haar grote broer Julius ontfermde zich over haar. Samen droomden ze over een toekomst waarin Aletta dokter zou zijn. En die droom kwam uit! Toen Aletta beter was ging zij studeren voor het examen van leerling-apotheker. Op 26 juli 1870 behaalde ze dit diploma en daarna lukte het haar toestemming te krijgen om een jaar proef te gaan studeren aan de universiteit. Jongens kregen nooit een proefjaar. Op 20 april 1871 ging zij als eerste meisje in Nederland naar de universiteit. Omdat Aletta hele goede cijfers haalde, mocht ze na haar proefjaar blijven. Zeven jaar later slaagde ze voor het artsexamen.

            Arts in de Jordaan

            Dokter Aletta Jacobs ging werken in Amsterdam. Aan de Herengracht begon ze een praktijk. In die tijd keken de mensen erg op tegen een dokter. Patiënten vroegen niet verder als de dokter een advies gaf of medicijnen voorschreef. Het zou wel goed zijn want de dokter had er toch voor gestudeerd! Aletta Jacobs vond dat de patiënten best vragen mochten stellen. Het was immers belangrijk dat de patiënten begrepen wat ze mankeerden en waarom ze bepaalde pillen moesten slikken. Zij heeft dan ook een boek geschreven dat heette ´De vrouw, haar bouw en inwendige organen´. Vrouwen konden hieruit leren hoe hun eigen lichaam in elkaar zat en hoe het werkte.

            Voorbehoedsmiddel

            Aletta Jacobs in kunstwerk met haar werk als dokter

            AHM

            Twee keer per week behandelde Aletta Jacobs arme volksvrouwen gratis. De meesten hadden veel kinderen. Aletta Jacobs merkte dat de vrouwen hier zwakker van werden. Zij kende de Duitse arts Mensinga en die was bezig met het onderzoek naar een voorbehoedmiddel (dat is een middel dat er voor zorgt dat een vrouw niet zwanger raakt). Dit voorbehoedmiddel liet Aletta Jacobs door een paar patiënten uitproberen. Het bleek goed te werken. Toen besloot ze om het te geven aan alle vrouwen die dat wilden. Daar kreeg zij veel kritiek op van anderen. Die waren er fel op tegen dat vrouwen zelf konden kiezen om zwanger te willen worden of niet. Dat was in hun ogen een grote zonde! Een kind krijgen was immers een geschenk van God. Maar in de loop van de tijd gingen steeds meer dokters, ook de dokters die er eerst tegen waren, het voorbehoedmiddel voorschrijven.

            Vrouwenkiesrecht

            In 1883 vroeg Aletta Jacobs een stembriefje aan. In de wet stond dat elke Nederlander die belasting betaalde, mee mocht doen aan de verkiezingen. En Aletta Jacobs was Nederlandse en zij betaalde belasting. Toch mocht zij niet stemmen! Zij was een vrouw. Politiek was iets voor mannen! De wet werd gelijk veranderd. In 1887 werd een wet geschreven waarin stond dat alleen Nederlandse mannen die belasting betaalden mochten stemmen. Aletta liet het er niet bij zitten. Samen met een aantal andere vrouwen richtte zij de ´Vereniging voor Vrouwenkiesrecht´ op. In 1903 werd Aletta Jacobs presidente van deze vereniging. Zij trok het hele land door om lezingen te geven. Ook schreef ze artikelen voor kranten en tijdschriften, organiseerde ze congressen en bijeenkomsten en onderhield ze contacten met vrouwen in het buitenland die ook voor het vrouwenkiesrecht streden. In 1919 werd haar jarenlange strijd beloond. Vrouwen kregen toen het recht om deel te nemen aan de verkiezingen. In 1922 gingen vrouwen voor het eerst naar de stembus.

            De getrouwde vrouw

            In de tijd waarin Aletta Jacobs leefde, dus rond 1900, keek men heel anders tegen vrouwen aan dan nu. Een meisje hoefde bijvoorbeeld niet te gaan studeren. Ze zou later toch gaan trouwen, dus waar was dat voor nodig. Een meisje moest het huishouden goed kunnen doen en weten hoe ze een gezin moest verzorgen. Voordat ze trouwde mocht ze wel werken, bijvoorbeeld als typiste of verpleegster, maar als ze eenmaal getrouwd was niet meer. Dan werd ze ontslagen. Voor een man was het vernederend als zijn vrouw werkte. Dan zou het lijken of hij in zijn eentje niet genoeg geld voor het gezin kon verdienen.

            Laatste levensjaren

            Standbeeld Aletta Jacobs

            In Groningen staat dit standbeeld van Aletta Jacobs

            Aletta Jacobs heeft veel gedaan voor de vrouwen in haar tijd. Zij is als eerste vrouw gaan studeren. Zij was de eerste arts. Ze heeft gestreden voor het vrouwenkiesrecht. En zij was een voorstander voor het gebruik van een voorbehoedmiddel. Daardoor kon een vrouw zelf kiezen of zij kinderen wilde.

            Wist je dat?

             

            • Toen Aletta Jacobs op de universiteit zat, schreven de kranten lelijke dingen over haar. Haar ouders, broers en zussen werden ook geplaagd omdat Aletta studeerde. Eén broer vond dit zo erg, dat hij zijn zus niet meer wilde zien. Later kwam het gelukkig toch weer goed.
            • Sommige mannen geloofden dat Aletta Jacobs zou veranderen in een manwijf.
            • Aletta Jacobs heeft ervoor gezorgd dat winkelmeisjes tijdens hun werk af en toe konden zitten. Dat mochten zij eerst niet. En dat terwijl zij toch lange werkdagen maakten, van acht uur ´s ochtends tot elf uur ´s avonds. Zitten was niet beleefd tegenover de klanten.
            • Aletta Jacobs geloofde dat als een vrouw mocht stemmen, zij zich meer zou gaan bezighouden met de politiek. Dan zouden er ook minder oorlogen zijn.
            • Sommige dominees die tegen het gebruik van een voorbehoedmiddel waren, stuurden wel stiekem hun vrouw naar dokter Aletta Jacobs om het aan te schaffen.
            • Aletta Jacobs heeft in haar leven veel brieven gekregen waarin zij werd beledigd en bedreigd.