Ontdekkers en Hervormers
De Tijd van Ontdekkers en Hervormers loopt van 1500 tot 1600. Deze tijd gaat over de ontdekking van de wereld en de hervormers van het geloof. Ben je benieuwd naar wat er in deze tijd gebeurd is? Hiernaast vind je informatie voor je werkstuk, afbeeldingen, filmpjes en andere informatie over onderwerpen uit dit tijdvak.
Columbus
Christoffel Columbus was een ontdekkingsreiziger die op 12 oktober 1492 voet aan wal zette op een nieuw ontdekt continent, Amerika. Columbus werd waarschijnlijk in 1451 geboren. Twaalf jaar later, in 1463 maakte hij al zijn eerste zeevaarten. Columbus wilde graag een nieuwe route naar Indië ontdekken. Columbus wist niet hoe groot de aarde was en had geen idee wat hij tegen zou komen op zijn lange reis.
Ontdekkingsreizer
Columbus ging met zijn plan naar de Portugese koning, maar die had niet zoveel belangstelling. Gelukkig hadden de Spaanse koning Ferdinand en koningin Isabella dat wel. Zij gaven hem geld en Columbus kon in augustus 1492 zijn reis beginnen.
Het scheepsjournaal
Columbus hield iedere dag een scheepsjournaal bij. Dat is een soort dagboek waar hij de windrichting, de vaarrichting en de per dag afgelegde afstand in opschreef. Met zijn scheepsjournaal kon hij de vaarroute goed onthouden.
De schepen
Hoe de schepen van Columbus er precies hebben uitgezien, weten we niet. In 1492 ging hij op weg met drie boten: de 'Nina', de 'Pinta' en de 'Santa Maria'. De 'Nina' en de 'Pinta' hebben waarschijnlijk veel geleken op een Spaans karveel. Het karveel werd veel gebruikt voor de handel in de Middellandse Zee en voor kustreizen op de Atlantische Oceaan.
De Nieuwe Wereld
Zonder het zelf te weten ´ontdekte´ Columbus een nieuw continent, dat we later Amerika zijn gaan noemen. Columbus dacht dat hij Indië had gevonden. Daarom noemt hij de mensen die daar wonen Indianen. Op zijn eerste reis bezocht hij verschillende eilanden voor de kust van Amerika. Bijvoorbeeld San Salvador, Long Island, Cuba en Haïti.
Men weet niet zeker welk eiland Columbus als eerst bezocht. Men denkt San Salvador of Samana Cay. Met veel goud keerde Columbus in maart 1493 terug naar Spanje.
De Taino's
Het eerste volk dat Columbus ontmoette, waren de Taino's. De Taino's waren een vredelievend volk. Ze woonden in zelfgebouwde huizen met kegelvormige daken. De huizen werden gebouwd van hout en palmbladeren. De Taino´s sliepen in hangmatten. Dit idee namen de Spanjaarden direct over: de hangmat bleek een ideale slaapplaats voor op schommelende en deinende schepen. De Taino's aten veel vis, cassavebrood, zoete aardappels (dan nog onbekend in Europa) en veel vruchten. Soms aten ze ook vlees.
De Taino's verbouwden ook katoenplanten. De katoen werd gesponnen en geweven tot bijvoorbeeld een soort schortjes die de vrouwen droegen. De Tainomannen droegen meestal geen kleding.
Voedsel aan boord
In de vijftiende eeuw nam men vaak de volgende voedselvoorraden mee op lange zeereizen: scheepsbeschuit, bonen, erwten, gedroogde vis, pekelvlees, gezouten varkenshaas, varkens en kippen om op zee te slachten, zout, bloem, rijst, kaas, vijgen, amandelen, wijn, azijn, olijfolie, honing, stroop en natuurlijk water.
Onderweg werd het voedsel aangevuld met vis en eetbare vogels en waarschijnlijk ook met krabben en kreeftjes. Om het bederf van het water tegen te gaan werd er een scheut wijn in gedaan. Wanneer het regende, spanden de zeelieden een zeil tussen de masten om het regenwater op te vangen. De drinkwatervoorraad werd zo weer aangevuld.
Alleen bij goed weer werd er gekookt. Dit gebeurde op een open vuur op het bovendek.
De tweede reis
In september 1493 ging Columbus weer op reis. Op deze tweede reis gingen veel meer schepen en bemanning mee, wel 17 schepen en 1500 bemanningleden! Columbus ontdekte Dominica, Guadeloupe, Martinique, de Maagdeneilanden en Puerto Rico. Bij de tocht langs de kust van Cuba dacht Columbus langs de kust van Azië te varen. Ook Jamaica deed hij aan. In maart 1496 keerde hij terug naar Spanje.
Producten uit de 'Nieuwe Wereld' veroveren de oude
Als gevolg van de reizen van Columbus kwamen veel nieuwe producten uit de ´nieuwe wereld´ in Europa. Deze producten waren: tabak, koffie, kajak, cacao, kano, aardappelen, coca, cola, maïs en chocolade.
De derde en vierde reis
In 1498 voer Columbus uit voor zijn derde reis. Via het eiland Trinidad bereikte hij de kust van Venezuela. Maar de nieuwe weg naar Indië vond hij niet. Deze reis eindigde met zijn gevangenneming door de gouverneur van Espanola. In Spanje werd hij onmiddellijk bevrijd door de koning en de koningin.
Een nieuwe reis mocht hij alleen niet meer maken. De vierde reis betaalde Columbus zelf. Met drie karvelen vertrok hij op 11 april 1502. Hij kwam aan bij de al eerder ontdekte Caraïbische eilanden, ging door naar de kust van Honduras en naar Panama. Uiteindelijk keerde hij roemloos en diep teleurgesteld terug.
In 1506 stierf Columbus. Tot het laatst heeft hij gedacht een nieuwe route naar Indië te hebben gevonden.
Wist je dat?
- In het scheepsjournaal hield Columbus een ´dubbele boekhouding´ bij wat betreft de afgelegde afstanden: één met de echte en één met de kortere afstand. Met deze kortere afstanden leidde hij zijn bemanningsleden om de tuin. Wanneer ze zouden beseffen hoe ver ze van Spanje verwijderd waren, zonder een nieuwe kust te zien, zouden ze in paniek kunnen raken.
- Columbus ontdekte Amerika, maar dit werelddeel kreeg niet zijn naam. Die eer kreeg per ongeluk een Italiaanse ontdekkingsreiziger. Amerigo Vespucci verkende enkele jaren na Columbus de kusten van Zuid-Amerika in opdracht van Spanje en later Portugal. Zijn beschrijvingen van zijn reizen werden in vele talen gedrukt en dus overal gelezen. Het continent werd door hem bekend en daarom werd het nieuwe gebied naar Amerigo genoemd. In de wereldkaart die in 1507 door een Duitser werd gemaakt prijkte de naam ´Amerika´ voor het eerst: op de zuidelijke helft van het nieuwe werelddeel. Het werd later de naam van het hele werelddeel.
- Aan het einde van de eerste reis, op weg naar huis, raakten de ´Nina´ en de ´Pinta´ in een hevige storm. De bemanning vreesde voor hun leven. Columbus schreef een verslag van alle belevenissen op een perkamenten vel, verpakte dit opgerold in een wasdoek en deed er een briefje bij dat de vinder duizend dukaten kon ontvangen als de rol werd afgeleverd bij de koning en koningin van Spanje. Dit alles stopte hij in een vaatje dat werd dicht gesmeerd en in de zee gegooid. Voor zover we weten is het nooit gevonden.
- Columbus dacht dat de wereld niet zo groot was. Had hij de werkelijke afmetingen geweten, dan had hij zijn wereldreizen waarschijnlijk nooit aangedurfd!
- In het Maritiem Museum in Rotterdam is een model van een Spaans karveel te bekijken. Zo hebben de schepen van Columbus er waarschijnlijk ook uit gezien.
- Als Columbus zeevogels boven de boot zag vliegen, dan wist hij dat hij in de buurt van land was. Vogels vliegen namelijk niet meer dan 60 mijl uit de kust.
- HOOFDSTUK 2
-
Erasmus
Midden in Rotterdam staat al heel lang een standbeeld om Erasmus van Rotterdam te eren. Deze grote geleerde leefde 500 jaar geleden. In die tijd is Erasmus al een beroemdheid, een ster. Hij schrijft geleerde boeken die veel worden verkocht en gelezen.Boeken worden dan nog met de hand geschreven. Monniken in kloosters doen dat. Wekenlang zijn ze bezig met het overschrijven van 1 boek. Zo'n handgeschreven boek is daarom heel erg duur.
Met de uitvinding van de boekdrukkunst verandert dat. Boeken worden nu gedrukt. Dat gaat veel sneller, en is ook veel goedkoper. Meer mensen kunnen nu boeken kopen. Bijbels,geschiedenisboeken?en natuurlijk ook de boeken die Erasmus schrijft.
-
Vragen en kritiek
Erasmus wil alles weten over de bijbel. Wie hebben hem geschreven? Hoe lang geleden? Wat dachten de bijbelschrijvers? Want met hen begon het christelijk geloof. Erasmus had steeds één belangrijke vraag in zijn hoofd: Hoe is het christendom en de kerk begonnen?
Om een antwoord te vinden op die vraag bestudeert hij ook de schrijvers uit de tijd van de oude Grieken en Romeinen. Daar schrijft Erasmus over in zijn boeken.
Hij schrijft ook dat de kerk te veel is veranderd. Die moet weer worden zoals vroeger, toen de kerk begon. De bisschoppen van de kerk zijn helemaal niet blij met de kritiek van Erasmus. Maar veel andere mensen zijn het wel met hem eens: ook zij vinden dat de kerk moet veranderen.
-
Lof der Zotheid
Erasmus schrijft niet alleen serieuze boeken. Een van zijn bekendste boeken is 'Lof der zotheid', een grappig boek. Erasmus schrijft in dat boek hoe dwaas, hoe zot, mensen kunnen doen. Zelfs als ze het niet doorhebben!
'Er zijn geen gelukkiger mensen dan zotten, dwazen en domoren.
Ze zijn nergens bang voor.
Niet voor de dood, niet voor spoken en geesten.
Ze maken zich helemaal geen zorgen.'Erasmus denkt: misschien is het juist wel goed om dwaas te zijn! ‘Als mensen nou eens stopten met verstandige dingen te doen en hun hele leven meer naar mij, de zotheid, zouden luisteren, dan zouden ze op een leuke manier oud kunnen worden, dan zouden ze altijd jong blijven.’
'Lof der zotheid' lijkt misschien alleen een grappig boek. Maar als je goed leest merk je dat er ook in dit boek kritiek op de kerk en de koningen staat. Erasmus doet dat in ‘Lof der zotheid’ alleen op een andere manier. Een slimme manier, die mensen nu nog steeds erg grappig vinden.
-
HOOFDSTUK 3
-
Karel V
Dit is Karel de vijfde. Hij wordt ruim 500 jaar geleden geboren. Karel wordt de baas over een groot rijk waar ons land ook bij hoort. Nederland is dan nog niet één land, maar bestaat uit allemaal kleine gebieden, die gewesten worden genoemd. Ieder gewest heeft zijn eigen wetten en regels. Al die losse gewesten met eigen regels, dat is lastig besturen! Daarom wil Karel van de Nederlanden een eenheid maken, waar overal dezelfde regels gelden.
-
De Nederlanders
Maar daar zijn veel Nederlanders het helemaal niet mee eens. De mensen die de steden besturen vinden dat ze veel te veel belasting aan Karel moeten gaan betalen. Bovendien willen ze hun stad blijven besturen zoals ze dat gewend zijn. Ze zijn bang hun macht aan Karel kwijt te raken.
-
Streng gelovig man
En dat is niet het enige. Karel is een streng gelovig man. En hij vindt dat iedereen in zijn rijk, net als hij, onvoorwaardelijk in God en de kerk moet geloven. Maar in zijn tijd zijn er juist veel mensen die vinden dat de katholieke kerk het niet goed doet. Protestanten worden deze mensen genoemd. Dat kan niet vindt Karel. Hij laat deze protestanten zwaar straffen. Ook daar zijn veel Nederlanders boos over.
-
Een enorm groot rijk
Het valt Karel dus niet mee om koning te zijn. En dan te bedenken dat de Nederlanden maar een klein deel van zijn rijk zijn. Karel heerst over een enorm groot rijk. Hij is bijvoorbeeld ook koning van Spanje en delen van Italië. En hij wordt gekroond tot keizer van het Heilige Roomse Rijk.
Zo'n enorm rijk besturen is héél lastig. Karel kan natuurlijk nooit overal tegelijkertijd zijn om te controleren of alles wel gaat zoals hij dat wil. En hij heeft veel vijanden. Er is constant oorlog. Met de Franse koning en met de Turken bijvoorbeeld.
-
Veel geld
Al die oorlogen en veroveringen, dat kost veel geld. Het geld raakt op. Al zijn energie moet Karel stoppen in het bij elkaar houden van zijn rijk. Als Karel 55 jaar oud is, wil hij niet langer heersen. Hij is moe en ziek.
Karel besluit dat zijn zoon Filips voortaan over een deel van zijn rijk zal regeren. Karels broer krijgt de andere helft van het rijk. En Karel? Die doet afstand van de troon.
-
Spaans klooster
Dat is bijzonder in die tijd. Andere koningen blijven altijd heersen tot ze dood gaan. Maar Karel wil zich goed voorbereiden op zijn dood. Hij trekt zich terug in een Spaans klooster. Hier kan hij zich helemaal aan God wijden. Karel sterft daar als hij 58 jaar is.
-
HOOFDSTUK 4
-
Willem van Oranje
Na zijn dood is er voor Willem van Oranje een monumentaal praalgraf gebouwd in de Nieuwe Kerk in Delft. Een eerbetoon aan de 'Vader des Vaderlands', zoals hij wordt genoemd. Wie was Willem van Oranje en waarmee heeft hij die erenaam verdiend?
Jeugd
Willem van Oranje werd in 1533 geboren op de Dillenburg, het kasteel van de familie Nassau, in het Duitse rijk. Zijn vader en moeder waren graaf Willem van Nassau en gravin Juliana van Stolberg. Willem kreeg later nog een paar broers.
De achternaam Oranje kreeg hij in 1544 door een erfenis van een oom, die kinderloos stierf. Die oom was heer van het prinsdom Orange, een streek in Frankrijk. De familie Nassau had ook bezittingen in de Nederlanden. Daarom behoorde prins Willem in de Nederlanden tot de hoge edelen.
-
Naar Brussel
Over de Nederlandse gewesten regeerde keizer Karel V. Omdat Willem van (Oranje) Nassau tot de belangrijkste Nederlandse edelen behoorde, wilde de keizer dat de jonge prins Willem aan het hof in de hoofdstad Brussel werd opgevoed.
Willem was pas elf jaar toen hij het familiekasteel de Dillenburg met zijn vader en moeder en zijn broers verliet. Willem moest zich voorbereiden op een belangrijke positie in de Nederlanden.
-
Aan het hof
In Brussel kreeg de jonge Willem les in krijgskunde en politiek. Ook maakte hij met de landvoogdes (die in naam van de keizer over de Nederlanden regeerde) een rondreis door het gewest Holland. Zo leerde hij belangrijke edelen in de Nederlanden kennen, zoals bijvoorbeeld graaf Egmont en graaf Hoorne.
-
Verdeeld geloof
In 1555 werd Karel V opgevolgd door zijn zoon Filips II. De koning woonde voornamelijk in Spanje. Vandaar uit regeerde hij over zijn uitgestrekte rijk. Ook Amerika hoorde daarbij.
Filips II maakte zich grote zorgen over het groeiend aantal protestanten in de Nederlanden. Zij hadden grote kritiek op de rooms- katholieke kerk en volgden de leer van de opstandige monnik Maarten Luther in het Duitse rijk en Johannes Calvijn in Genève
-
Onrust in de Nederlanden
In de ogen van koning Filips II waren de protestanten ketters, afvalligen van het ware katholieke geloof. Hij liet hen vervolgen en ernstig straffen: martelingen tot zelfs de brandstapel toe. Veel Nederlanders kwamen hiertegen in verzet.
Ook de edelen hoorden daarbij. Zij maakten zich bovendien zorgen omdat koning Filips II hen steeds minder inschakelde in het landsbestuur.
In 1566 sloegen protestanten de beelden van heiligen in veel kerkgebouwen kapot, de beeldenstorm. In reactie stuurde koning Filips II een Spaans leger onder leiding van de hertog van Alva naar de Nederlanden.
Willem van Oranje wachtte dat leger niet af. Hij vluchtte naar het familieslot de Dillenburg.
-
Onderdrukking onder Alva
Alva wilde in de Nederlanden een belasting heffen, zodat Filps II niet meer telkens geldzorgen zou hebben. Hij voerde de Tiende Penning in, een belasting die handel en industrie veel duurder maakte.
Mensen waren heel boos over de Tiende Penning. Winkels werden gesloten. In Brussel staakten de bierbrouwers hun werk. Alva zette met harde hand door. Hij liet mensen ter dood veroordelen. Het verzet werd hierdoor nog groter.
-
Opstand
Vanuit de Dillenburg gaf Willem van Oranje leiding aan de opstand in de Nederlanden tegen koning Filips II en zijn landvoogd Alva. Hij stelde aanvals- plannen op en zorgde voor geld voor de legers.
Na de inname van Den Briel in 1572 door de watergeuzen, verklaarden zich meer steden voor de prins van Oranje. Alva belegerde die steden maar het lukte hem niet om ze in te nemen.
Het gebied van de opstand werd steeds groter. In 1581 verklaarden de opstandige gewesten dat Filips II niet langer hun koning was.
-
Moord
Een aanslag op de prins behoorde voortdurend tot de mogelijkheden. Hij was immers de leider van de opstand in de Nederlanden. Op 10 juli 1584 lukte het Balthasar Gerards de prins van het leven te beroven.
De moord gebeurde in het woonhuis van de prins in Delft. De opstandige gewesten moesten nu zonder de leiding van Willem van Oranje de strijd tegen Spanje voortzetten.
-
Wist je dat?
- Alle leden van de Oranje-Nassau-familie worden ook in de grafkelder van de Nieuwe Kerk in Delft begraven. De laatste begrafenis was die van prinses Juliana in maart 2004.
- Het Wilhelmus was het lijflied van Willem van (Oranje) Nassau. Het telt evenveel coupletten als er letters in die naam zijn. Het Wilhelmus is nu het volkslied van Nederland.
- Een bijnaam van Willem van Oranje is Willem de Zwijger. Hij kon goed geheimen bewaren.
- Het huis in Delft waarin Willem van Oranje de laatste jaren van zijn leven woonde was eerst een klooster. Het heet nu Prinsenhof en is een museum.
- Willem van Oranje is getrouwd geweest met Anna van Buren, Anna van Saksen, Charlotte de Bourbon en Louise de Coligny.
- Koningin Beatrix is een afstammeling van Willem van Oranje.
- Frans was de taal die Willem van Oranje net als andere edelen het meest sprak. Zijn handtekening luidde: Guille de Nassau.
- De lijfspreuk van Willem van Oranje was "Je maintiendrai" "Ik zal handhaven".
- Willems laatste woorden voordat hij stierf zouden zijn "Mon Dieu, ayez pitié de mon âme et de ce pauvre peuple": Mijn God, heb medelijden met mijn ziel en dat van mijn arme volk.
- Voor paleis Noordeinde in Den Haag, het werkpaleis van koningin Beatrix, staat een groot standbeeld van Willem van Oranje te paard.
- HOOFDSTUK 5
-
De Beeldenstorm
In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen zijn werkloos en veel mensen hebben honger. En dan komt het plotseling tot een grote razernij tegen de kerken. Wat gebeurde er precies?
In 1566 is Filips II koning van Spanje. Zijn rijk is groot. Hij heerst over half Europa. Hij is ook heer over de Nederlanden. Zelf woont hij in Spanje. Daarom stelt hij een plaatsvervanger aan, een landvoogd, Margaretha van Parma.
-
Egmont, Hoorne en Oranje
Margaretha wordt bij haar bestuur geholpen door Nederlandse edelen als Egmont, Hoorne en Oranje. Maar de edelen worden steeds ontevredener. Ze merken dat ze steeds minder te doen krijgen. Steeds vaker nemen Spanjaarden hun taken over.
Koning Filips wil dat zo, maar de Nederlandse edelen bevalt dat helemaal niet. Bovendien vinden ze het erg dat de protestanten zo zwaar gestraft worden. Ze krijgen daarover steeds meer ruzie met Margaretha, de landvoogdes.
In de zomer van het jaar 1566 gaat een groep edelen naar Margaretha. Ze vragen haar om de straffen voor de protestanten minder zwaar te maken. Margaretha luistert en zegt dat zij dit met koning Filips zal bespreken.
Armoede en werkeloosheid
De gewone Nederlanders, bijvoorbeeld de ambachtslieden en boeren, hebben heel andere problemen. Ze zijn werkloos en arm. De laatste winter is koud geweest, de graanoogst is mislukt dus het brood is harstikke duur.
De mensen hebben honger. En ze worden door niemand geholpen. Niet door de stadsbestuurders, niet door de edelen, niet door Margaretha van Parma en ook niet door de kerk. En de kerk was in die tijd heel rijk.
Kritiek op de kerk
In de zestiende eeuw ontstond er veel kritiek op de rijkdom van de kerk. Protestanten worden de mensen genoemd die kritiek hebben, of calvinisten. Ze vonden dat de priesters en pastoors goed voor zichzelf zorgden, maar niet voor de arme mensen die wel wat hulp konden gebruiken. In de bijbel stond toch dat Jezus de mensen leert om voor de armen te zorgen? De kerk gaf dus niet het goede voorbeeld, die zorgde alleen maar voor zichzelf.
-
Hagenpreken
De protestanten kwamen in het geheim bij elkaar. In schuren of ergens buiten, want de kerkgebouwen mochten ze niet gebruiken. Hagenpreken werden deze bijeenkomsten genoemd, een kerkdienst van protestanten, gewoon in de openlucht. Geen pastoor preekte zoals in de katholieke kerk, maar een dominee.
Het luisteren naar hagenpreken was streng verboden, daarom waren er altijd mannen die de wacht hielden. Uit veiligheid.De beeldenstorm
In Steenvoorde liep het uit de hand. Tijdens een hagenpreek riep een dominee op tot het vernielen van de kerken. "Broeders en zusters. God wil niet dat wij beelden vereren. En de kerken staan er vol mee! De bijbel vertelt ons hoe wij als christenen moeten leven. Een goed christen helpt de armen. En wat doet de kerk? Die verrijkt alleen zichzelf."
De gebrandschilderde ramen, de beelden, de schilderijen, alles werd geplunderd en vernield. Het begon in het zuiden van de Nederlanden, maar de storm verspreidde zich al snel richting het noorden.Alva
Toen Filips van de Beeldenstorm hoorde werd hij woedend. Filips was katholiek en hij wilde dat iedereen in zijn rijk ook katholiek was. Protestanten waren voor hem ketters, afvalligen van het ware geloof. Hij stuurde zijn leger naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Zijn beste generaal kreeg de leiding: Alva! Hij moest Margaretha helpen.
Straffen
Alva strafte de protestanten zwaar. Sommigen werden zelfs gedood. Veel Nederlanders vluchtten weg voor het geweld van Alva. Willem van Oranje vluchtte naar Duitsland. Hij was zijn leven hier niet zeker. Andere edelen als Egmont en Hoorne met wie Willem van Oranje samenwerkte, vluchtten niet. Ze werden door Alva gevangen genomen en onthoofd.
Slag bij Heiligerlee
Willem van Oranje bereidde vanuit Duitsland een aanval voor. Hij verzamelde geld, kocht kanonnen, huurde soldaten en stelde officieren aan. In 1568 viel hij aan. Deze eerste aanval werd bekend onder de naam "Slag bij Heiligerlee". Het was het begin van een opstand tegen de koning van Spanje die tachtig jaar zou gaan duren.
Wist je dat?
- Op 10 augustus 1566 begon de beeldenstorm in Steenvoorde. In Gent werd de grootste schade aangericht. Hier vernielden de beeldenstormers in één dag acht kerken, 15 kloosters, 10 ziekenhuizen waarin nonnen werkten en zeven kapellen.
- De beeldenstormer Sebastiaan Matte probeerde al op 1 augustus 1566 de kerken en kloosters van Veurne te bestormen. Dit mislukte. Tien dagen later lukte het wel in Steenvoorde.probeerde al op 1 augustus 1566 de kerken en kloosters van Veurne te bestormen.
- Door de uitvinding van de boekdrukkunst hoefde de bijbel niet meer met de hand geschreven te worden, maar kon hij worden gedrukt. Daardoor werden de bijbels goedkoper en konden steeds meer mensen zelf een bijbel kopen en lezen. De geestelijken in die tijd waren hier niet blij mee. Wie zou er nu nog naar hen luisteren.
- Maarten Luther protesteerde tegen de kerk. Hij was een Duitse monnik. In zijn tijd zeiden de geestelijken dat je een plaats in de hemel kon verdienen door goede werken te doen of geld aan de kerk te schenken. Luther was het daar niet mee eens. Alleen door in Jezus te geloven kon dat. Luther vond ook dat de geestelijken veel te weinig van de bijbel af wisten. Hoe konden ze dan goede leraren zijn voor de gelovigen? Over zijn ideeën schreef hij veel boeken. Die werden gedrukt en verspreid over heel Duitsland. Maar ook de paus (de leider van de kerk) en de Duitse keizer lazen Luthers boeken. Zij vonden dat hij onrust zaaide onder de bevolking en de gelovigen. Daarom werd Luther uit de kerk gezet.
- Johannes Calvijn protesteerde ook tegen de kerk. Hij kreeg in de Nederlanden veel aanhangers, meer dan Luther. Calvinisten werden zijn aanhangers genoemd. Ze gingen fel tekeer tegen de paus, tegen geestelijken die te weinig van de bijbel af wisten en tegen de beelden die in de kerken stonden. In het geheim kwamen de calvinisten bij elkaar om de boeken van Luther en Calvijn te bestuderen. Dan zongen ze ook graag psalmen.
- In de zestiende eeuw waren er nog niet veel calvinisten. Veel mensen bleven gewoon katholiek.
- HOOFDSTUK 6
-
De moord op Willem van Oranje
Er zijn veel plannen beraamd om Willem van Oranje te vermoorden. Twee aanslagen zijn daadwerkelijk uitgevoerd. De laatste was dodelijk. Op 10 juli 1584 stierf Willem van Oranje. Waarom moest de prins van Oranje uit de weg worden geruimd?
Opstand in de Nederlanden
De Nederlanden werden in de zestiende eeuw geregeerd door de Spaanse koning Filips II. Willem van Oranje was door hem benoemd tot stadhouder over Holland, Zeeland en Utrecht.
De prins kwam echter steeds meer in verzet tegen de politiek van de koning. Hij veroordeelde de strenge straffen tegen protestanten, mensen die niet de leer van de rooms-katholieke kerk volgden. Hij vond ook dat Nederlandse edelen, zoals hij, te weinig ingeschakeld werden bij het landsbestuur.
Leider van de opstand
Willem van Oranje groeide uit tot leider van de opstand tegen koning Filips II. In 1568 en 1572 leidde hij militaire aanvallen tegen het Spaanse leger dat onder leiding van landvoogd Alva stond. Het gebied van de opstand werd steeds groter. Het lukte Alva en zijn opvolgers niet de opstandige steden in te nemen.
Een beloning voor de moordenaar
In Spaanse ogen was Willem van Oranje een rebel die uit de weg mocht worden geruimd. De koning stelde een beloning in het vooruitzicht. De moordenaar zou worden beloond met een geldbedrag van 25.000 gouden kronen, zou in de adelstand worden verheven, en zou vergiffenis krijgen van alle begane zonden.
Een mislukte moordaanslag
Er bestonden veel plannen om de prins van Oranje uit de weg te ruimen. De prins werd echter goed beveiligd. In maart 1582 wist een Fransman door te dringen in het kasteel van Antwerpen waar de prins dan woonde. Jean Jaureguy schiet en raakt de prins achter het oor. De prins overleeft deze aanslag. De moordenaar wordt direct door de lijfwacht van de prins doodgeschoten.
Delft
De prins en zijn familie verhuizen naar Delft. Daar lukt het de Fransman Balthasar Gerards het vertrouwen van de prins te winnen. Hij doet zich voor als een protestant en beweert dat hij fel tegen de Spanjaarden is.
Voor een reis naar Frankrijk heeft Gerards een paspoort nodig. Die zal hij op 10 juli 1584 gaan afhalen bij de prins. De moordenaar wacht de prins na de maaltijd op en schiet hem met drie schoten dood.
Laatste woorden
De prins is neergevallen. Louise de Coligny en enkele gasten vangen hem op en horen zijn laatste woorden (in het Frans): "Mon Dieu, mon dieu, ayez pitié de mon âme et de ce pauvre peuple":Mijn God, mijn God, heb medelijden met mijn ziel en met dit arme volk".
In onze tijd wordt er wel eens aan die woorden getwijfeld, maar veel mensen hebben er direct na 10 juli 1584 melding van gemaakt. De woorden passen in ieder geval heel goed bij wat Willem van Oranje eerder had gezegd en geschreven.
Balthasar Gerards' gruwelijke einde
De moordenaar was weggevlucht, maar zijn achtervolgers kregen hem snel te pakken. Het bleek dat hij een paar luchtzakken bij zich had waarmee hij over een gracht had willen zwemmen. Balthasar Gerards werd verhoord, maar hij toonde geen enkele spijt. De straf liet niet lang op zich wachten. Gerards werd onthoofd en gevierendeeld.
Begrafenis
Willem van Oranje werd begraven in de Nieuwe Kerk in Delft. Honderden meters lang was de rouwstoet. Pas jaren later was het monumentale praalgraf klaar. Een eerbetoon aan de Vader des Vaderlands zoals Willem van Oranje werd genoemd.
De opstand gaat door
De plotselinge dood van Willem van Oranje is een groot verlies voor de opstandelingen, maar zijn zonen, de prinsen Maurits en Frederik Hendrik zetten, de strijd voort. En met succes: in 1648 verklaart Spanje bij de Vrede van Munster dat Nederland een onafhankelijke republiek is.
Wist je dat?
- Na de eerste moordaanslag drukken Charlotte de Bourbon, de vrouw van Willem van Oranje, en zijn zuster wekenlang de wond dicht. Charlotte de Bourbon bezwijkt aan de spanningen en sterft bijna een jaar na de aanslag. De prins hertrouwt met Louise de Coligny.
- Men zegt dat Louise de Coligny haar man vlak voor de aanslag nog heeft gewaarschuwd voor Balthasar Gerards. Zij vond hem maar een onguur type.
- Het huis waarin Willem van Oranje in Delft woonde was een klooster geweest. Het heet nu de Prinsenhof en is een museum.
- De dodelijke kogels die Balthasar Gerards op 10 juli 1584 op de prins van Oranje afvuurde kwamen in de muur terecht. De gaten zijn nu nog te zien,wel met een glazen plaat ervoor. Jaren na de moord werd het volgendeopschrift aangebracht: Hieronder staen de Teykenen. Der Koogelen daer meede Prins Willem van Orange is. Doorschoten op 10 Iuly Ao 1584
- Museum Het Prinsenhof in Delft onderzoekt met behulp van röntgenfoto's de kogelgaten in de trapmuur. Het museum wil antwoord op de vraagkrijgen waarom de gaten zo laag zitten. Een mogelijke verklaring is dat de kogelgaten wel op de echte plaats zitten, maar vroeger niet zo diep waren. De gaten zijn dieper geworden omdat veel bezoekers in de loop van vier eeuwen hun vingers erin staken. De kogels zijn schuin door het lichaam van de prins gegaan en laag in de muur ingeslagen.
- Het monumentale praalgraf voor Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk teDelft is in 2001 grondig gerestaureerd. Verschillende onderdelen waren aanvervanging toe. Het monument is helemaal uit elkaar gehaald en daarnahersteld. Het ziet er weer als nieuw uit.
- HOOFDSTUK 7
-
Op 1 april verloor Alva zijn bril
'Op 1 april verloor Alva zijn bril.' Een uitdrukking die je misschien wel eens hebt gehoord. Het gaat over de dag waarop de watergeuzen het stadje Den Briel innamen, op 1 april 1572. Alva verloor dus niet zijn bril, maar Den Briel.
Koning Filips II
Nederland bestond in die tijd uit 17 provincies. De koning van Spanje en de heer der Nederlanden was Filips II. Hij wilde dat iedereen in zijn rijk katholiek zou zijn. Maar niet iedereen wilde dat. Sommige Nederlanders hingen juist het nieuwe geloof aan, het protestantisme. Daarom kwamen zij in opstand tegen de koning.
Onrust in de Nederlanden
De onrust werd steeds heviger. In 1567 besloot koning Filips II om hertog Alva en een leger naar de Nederlanden te sturen. Alva moest de onrust de kop in drukken. Sommige Nederlanders vluchtten daarom naar zee en sloten zich aan bij de watergeuzen.
De watergeuzen
De watergeuzen waren een soort piraten. Zij plunderden schepen, vielen kustplaatsen aan, en hielden soms ook strooptochten op het land. Later gingen de watergeuzen helpen bij de Opstand tegen de Spanjaarden.
Deze Opstand werd geleid door prins Willem van Oranje, een belangrijk edelman en stadhouder (dat was de vervanger van koning Filips II in een gebied) van de provincies Holland, Zeeland en Utrecht.
Den Briel
Op een dag kwam de vloot van de watergeuzen toevallig door de wind voor de kust van Den Briel terecht. Ze kregen direct bezoek van de veerman van Den Briel, Jan Pietersz. Koppelstok. Die vertelde aan Lumey, de admiraal van de vloot, dat de Spanjaarden juist uit Den Briel vertrokken waren, omdat zij elders in Nederland de onrust moesten bestrijden.
Wat een kans! Lumey stuurde Koppelstok naar het stadsbestuur. Die moest daar vertellen dat de watergeuzen voor de kust lagen. En hij zei erbij dat ze wel met vijfduizend man waren. Dat laatste wist Koppelstok helemaal niet zeker, hij verzon maar wat. Maar het stadsbestuur was hier zo van onder de indruk dat ze met Lumey wilde onderhandelen.
Inname van Den Briel
Lumey stond inmiddels met 1100 man voor de Noordpoort en eiste de stad op in naam van de prins van Oranje. Binnen de muren van de stad brak onmiddellijk paniek uit en veel mensen vluchtten de stad uit via de Zuidpoort.
Toen Lumey dit ontdekte, stuurde hij alsnog soldaten naar de Zuidpoort en liet hij de Noordpoort in brand steken. De mannen beukten met een mast tegen de poort en drongen de stad binnen. En daar bleven ze.
De watergeuzen haalden de Spaanse vlag neer en hesen de prinsenvlag van Oranje. Den Briel was de eerste stad in de Nederlanden die zich tegen koning Filips II verklaarde. Daarna volgden vele andere steden.
Wist je dat?
- De 1-aprilgrappen hebben niks te maken met de inname van Den Briel door de watergeuzen. Heel lang geleden was 1 april de dag dat het nieuwe jaar begon. Toen dat veranderde omdat we een andere kalender kregen (de Gregoriaanse kalender), werd 1 januari nieuwjaarsdag. Maar sommige mensen bleven toch 1 april als nieuwjaarsdag vieren. Dit vonden andere mensen weer gek en zij maakten daar grappen over. Ze stuurden malle geschenken en gekke boodschappen. En zo is 1 april de dag geworden waarop je grappen mag maken.
- In Nederland noemen we 1 april gewoon 1 april, maar in het buitenland hebben ze speciale namen. In Vlaanderen heet 1 april Verzenderkensdag. In Duitsland is het Narrentag. En in Engeland noemen ze het April Fools Day of All Fools Day. Net als in Amerika.
- Elk jaar reikt de stichting Geuzenverzet 1940-1945 de Geuzenpenning Zo hebben Amnesty International en de Anne Frank Stichting al ooit de Geuzenpenning gekregen. In 2002 ging de Geuzenpenning naar de Pakistaanse advocate Asma Jahangir. Zij zet zich in voor de rechten van de vrouw.
- Er zijn veel liedjes over de geuzen. De bekendste is het Wilhelmus. Dit geuzenlied is waarschijnlijk geschreven tussen 1568 en 1572, maar het is pas sinds 1932 het officiële volkslied van Nederland.
- Elk jaar is het op 1 april groot feest in Brielle (zo heet Den Briel nu). Dan wordt de inname door de watergeuzen helemaal nagespeeld door inwoners van Brielle. De hele stad staat dan in het teken van de inname. Zo kun je bijvoorbeeld op die dag geuzenbollen krijgen, een soort moorkoppen, maar dan oranje.
- HOOFDSTUK 8
-
De ondergang van de Spaanse Armada
Een volk in opstand, een boze koning, een dappere koningin, een onoverwinnelijke vloot en ... een storm. Dit is het spannende verhaal van de Spaanse Armada.
Plaats:
Het Kanaal. Dat is het smalle stukje Noordzee tussen Engeland en Frankrijk.
Tijd:
28 mei tot 8 augustus 1588.
Weerbericht voor zondag 8 augustus 1588:
Hevige storm uit het zuidwesten en springtij (extra hoog water)De hoofdrolspelers
Filips de Tweede
Koning van Spanje
Filips is niet alleen koning van Spanje, hij is ook heerser over de Nederlandse provincies. En hij is woedend omdat de Engelse koningin Elisabeth de opstandige Nederlanders helpt. Bovendien vindt hij het maar niks dat steeds meer Nederlanders en Engelsen protestant worden.Koningin Elisabeth
Koningin van Engeland
Zij steunt de opstandige, protestante Nederlanders met geld en wapens. Ze daagt Filips de Tweede uit! Die stuurt zijn antwoord: de Armada!Hertog van Parma
Landvoogd over de Nederlanden voor Filips de Tweede
Hij heeft van de opstandige Nederlanden al vele steden heroverd. Nu moet hij naar Vlaanderen met zijn leger. Komt hij op tijd voor zijn afspraak met de Armada?Admiraal Medina-Sidonia
Opperbevelhebber van de Armada
Hij krijgt van koning Filips de Tweede het bevel over de 'onoverwinnelijke' Armada. Eigenlijk is hij helemaal geen zeeman! Gaat het hem lukken?Francis Drake
bevelhebber van de Engelse vloot
Hij is samen met Lord Howard bevelhebber van de Engelse vloot. Ze hebben kleinere schepen maar maken slim gebruik van het weer...Hoe het begon
Ruim 400 jaar geleden was Filips ll koning van Spanje. Hij heerste over een groot aantal gebieden in Europa. Ook over de Nederlanden. Maar veel Nederlandse provincies waren tegen hem in opstand gekomen. Dat had ook te maken met de godsdienst. Steeds meer Nederlanders waren protestant geworden. Koning Filips de Tweede was katholiek. Hij vond dat iedereen in zijn rijk katholiek moest blijven. Koning Filips wilde een einde maken aan de opstand èn de opkomst van de protestantse kerk. Hij stuurde Parma, zijn beste generaal naar de Nederlanden. De hertog van Parma heroverde de ene na de andere Nederlandse stad.
Hulp uit Engeland
Aan de overkant van de Noordzee, in Engeland, volgde koningin Elisabeth wat er in de Nederlanden gebeurde. Zij vond het maar niets dat koning Filips steeds machtiger werd. En zij was, net als de Nederlanders, protestant. Daarom besloot zij de opstandelingen in de Nederlanden te helpen. Die kregen geld van haar, om wapens mee te kopen. En ze stuurde ook soldaten! Als Filips dit hoort, is hij woedend.
De Armada
Filips laat het er niet bij zitten en verzint een plan om met Elisabeth af te rekenen. Hij besluit Engeland aan te vallen. Hij stuurt een enorme vloot (dat is 'Armada' in het Spaans) van 130 schepen naar het stuk zee tussen Engeland en Frankrijk, het Kanaal. Admiraal Medina Sidonia krijgt de leiding over de vloot. Deze hertog was eigenlijk helemaal geen zeeman! De landvoogd over de Nederlanden Parma krijgt opdracht om met zijn troepen in Vlaanderen klaar te staan. Het is de bedoeling dat zijn soldaten ook aan boord van de schepen van de Armada gaan. Dan kunnen de Spaanse Armada en het Spaanse leger samen Engeland aanvallen. Dat is het plan.
De Armada vaart uit
Er gaan meer dan 20.000 soldaten aan boord van de schepen van de Armada. De schepen zijn natuurlijk ook voorzien van kanonnen en een heleboel kogels. Vlak voor vertrek wordt water en voedsel aan boord gebracht. Toen ze de die enorme Armada in de haven zagen liggen, zeiden de mensen: 'Van deze vloot kan niemand winnen. De Armada is onoverwinnelijk'. Eind mei 1588 is het zover: de Armada vertrekt vanuit de Portugese havenstad Lissabon. De vloot is zo groot dat het twee dagen duurt voor alle schepen zijn uitgevaren. Eenmaal op zee steekt bijna direct een flinke storm op. De Armada moet gaan schuilen in de Noord-Spaanse haven La Coruna. Sommige schepen zijn beschadigd en moeten worden gerepareerd. Bovendien is de bemanning ziek door bedorven eten en drinken. Na een maand vaart de Armada opnieuw uit.
De truc met de halve maan
Op 30 juli 1588 is de vloot vlakbij Engeland. Die nacht branden op de kliffen langs de Engelse zuidkust de waarschuwingsvuren: 'de Spanjaarden komen er aan'! De Engelse vloot vaart 's nachts stiekem in een grote boog om de Spaanse vloot heen. Zo komen ze áchter de Armada te liggen! Maar de Spanjaarden hebben een goede truc. Ze varen hun schepen heel snel in de vorm van een halve maan. De grote gevechtsschepen liggen aan de buitenkant, de kleinere schepen in het midden. Zo worden de schepen in het midden goed beschermd. Dat maakt het heel moeilijk voor de Engelse schepen om aan te vallen! En zo zeilen de beide vloten een paar dagen achter elkaar aan zonder een beslissende slag te leveren.
Wachten op Parma
De Armada is namelijk op weg naar Duinkerken. Maar bij Calais gaat de Armada al voor anker. Admiraal Medina Sidonia wacht op het leger van landvoogd Parma. Volgens het plan zou Parma met zijn leger in kleine boten naar de Armada toe varen. Maar dat lukt hem niet, want voor de kust ligt een rij Nederlandse schepen. En die liggen daar natuurlijk niet voor niets! Parma kan dus niets doen. Maar op de Armada weten ze dat niet! Zo wachten Parma en Medina Sidonia op elkaar.
Branders uit de hel
De Engelsen bedenken een verrassingsaanval. Op zondagavond wordt een zuidwesterstorm verwacht en het is dan ook nog springtij; het water stijgt dan heel snel. Ze steken die zondagmiddag acht schepen in brand die zijn volgeladen met kruit. De brandende schepen schieten hierdoor als pijlen op de Armada af. En als de vlammen het kruit bereiken, zullen ze als bommen ontploffen. De Spanjaarden proberen de hellebranders tegen te houden maar dat lukt niet. Als de schepen ontploffen breekt er paniek uit. Ze hakken de ankerkabels van de schepen door en drijven uit elkaar. De Engelsen hebben nog steeds de wind in de rug en jagen de Spaanse schepen op. Bij Schotland worden vele Spaanse schepen in brand gestoken en bij Ierland vergingen ook nog eens tientallen schepen in de storm. De bemanning werd gedood.
Terug naar Spanje
Als de Armada in Spanje terugkeert is er van de 130 schepen nog maar de helft over. Koning Filips II ziet het als een straf van God. Hij zegt: 'Ik heb mijn schepen uitgestuurd om te strijden tegen mensen, maar niet tegen de winden en de golven van God'. Daar zijn de Engelsen het helemaal mee eens. Zij laten een speciale munt slaan, de Armadapenning, met daarop de tekst: 'God blies en zij werden verstrooid'.
HOOFDSTUK 9
Willem Barentsz op Nova Zembla
Willem Barentsz is beroemd geworden door de tochten die hij in het noordpoolgebied heeft gemaakt. Hij wilde een nieuwe route ontdekken naar China en India.Willem Barentsz werd waarschijnlijk geboren op Terschelling. Wanneer precies, dat weten we niet. Hij was koopman, wetenschapper, zeeman en hij maakte ook land- en zeekaarten. In 1594 ging hij voor het eerst op reis. Via de noordpool probeerde hij in Azië te komen.
Waarom op reis?
In de zestiende eeuw ging de vaarweg naar China en Indië om Afrika heen. Deze zuidelijke route was heel lang, en ook helemaal in handen van de Spanjaarden en de Portugezen. Zij hadden langs de Afrikaanse kust forten gebouwd om hun schepen te beschermen en die van anderen tegen te houden. Portugal en Spanje verdienden goed aan de verkoop van Indische specerijen op de markten in Europa.
Nederlandse kooplieden wilden dat ook wel. Daarom ging Willem Barentsz op zoek naar een noordelijke route, dus niet om Afrika heen maar via de noordpool.
Via de Noordpool probeerde hij in Azië te komen. Voorbij Nova Zembla ontdekte Barentsz een ijsvrije zee. Dat moest de doorvaart naar Azië zijn!
De schepen
Voor tochten naar de noordpool werd een speciaal soort schip gebruikt: het jacht. Het jacht waarop Willem Barentsz voer was waarschijnlijk 17 tot 30 meter lang en 5 meter breed. Niet zo heel groot dus. De achterkant was wel hoog. Het voordeel hiervan was dat er niet zo snel golven over het dek spoelden. Tussen het midden- en het bovendek was de ruimte maar 1,5 meter hoog. Het schip had drie masten: de grote mast in het midden, achter op de bezaansmast en voor op de fokkenmast.
Wie gingen er mee?
Willem ging met twee schepen op reis. Het ene schip stond onder bevel van Jan Cornelisz Rijp. Jacob van Heemskerck was schipper op het andere. Willem Barentsz was de leider van de hele onderneming. Hij voer mee aan boord van het schip van Jacob van Heemskerk.
Aan boord waren nog 15 bemanningsleden. Onder hen was Gerrit de Veer. Hij heeft uitvoerig opgeschreven wat ze beleefden. Toch weten we niet welke namen de schepen hadden en wat er aan voorraden voedsel werd meegenomen. Na een ruzie met schipper Rijp voer Willem door met schipper Jacob van Heemskerck. Ze raakten vast in het ijs en moesten op Nova Zembla overwinteren.
Het Behouden Huys
De bemanning bouwde een huis op Nova Zembla, ze noemden het Het Behouden Huys. Het was gemaakt van drijfhout en planken. Het was 10 meter lang en 6 meter breed. Het drijfhout gebruikten zij voor het skelet van het huis en voor de onderkant van de muren. De boomstammen werden op elkaar gelegd en de uiteinden wat uitgehakt, zodat ze stevig in elkaar pasten.
De rest van de muren werden dicht gespijkerd met planken die uit het drijfhout gezaagd werden. Het dak kregen zij niet goed waterdicht. Daarom werd er een zeil overheen getrokken. Om wegwaaien te voorkomen, werden er stenen op gelegd. Op het dak kwam een houten schoorsteen met een houten ton als top. In het midden van het huis was een open stookplaats met een rookkanaal erboven.
Tegen één van de muren waren vijf bedden getimmerd. Het huis bood niet voldoende bescherming tegen het weer. Ondanks de verwarming zat het ijs 5 centimeter dik tegen de wanden. Om warm te blijven, verwarmden de mannen stenen en kanonskogels in het vuur en namen die in bed. Maandenlang leefden 16 mannen in een kleine ruimte. Om ruzies te voorkomen kreeg elk bemanningslid een taak, werd er hout verzameld, werd er gezongen en werden spelletjes gedaan.
Terugtocht
In februari 1597 probeerden de mannen het schip los te trekken om de terugtocht te beginnen. Ze zaten toen al bijna een half jaar op Nova Zembla. Dit lukte niet, ze waren te verzwakt. Ze besloten twee reddingssloepen om te bouwen tot kleine boten waarin plaats was voor alle mannen en voedsel. Op 14 juni begon uiteindelijk de terugtocht.
Voordat ze Het Behouden Huys verlieten schreef Willem Barentsz een klein briefje. Hij beschreef hoe ze uit Holland op Nova Zembla waren gekomen om naar China te zeilen en wat hen allemaal was overkomen. Hij verstopte het briefje in een kruithoorn en hing het op in de schoorsteen van het huis.
Het briefje dat Willem schreef was bedoeld om te kunnen bewijzen dat hij op Nova Zembla had overwinterd met zijn mannen en dat hij zijn schip had moeten achterlaten. De kooplieden en de stadsbestuurders van Amsterdam hadden veel geld in deze reis gestoken. Willem moest dus een goede verklaring hebben waarom de expeditie mislukt was. Als er later nog eens iemand op Nova Zembla zou komen, dan zou hij dit achtergelaten briefje vinden, als bewijs.
Tijdens de terugtocht overleed Willem Barentsz. Waar hij begraven is, weten we niet zeker: of op Nova Zembla, of in de zee.
Wist je dat?
- De staten ( het bestuur) van Holland en Zeeland en de stad Amsterdam hadden een prijs uitgeloofd: 25.000 gulden voor hen die de zeeweg naar China en Oost-Indië zouden ontdekken.
- Alle kieren en gaten van Het Behouden Huys waren dichtgestopt tegen de kou. Ook de schoorsteen. De rook van het vuur kon zo niet weg. Ze werden bijna vergiftigd. Gelukkig deed iemand op tijd de deur open.
- Op 5 juni 1596 zag de bemanning het eerste ijs. Ze dachten eerst dat het witte zwanen waren, maar ze bewogen niet, dus toen wisten ze dat het ijs was.
- Het was belangrijk om aan boord vers vlees te eten. Vers vlees bevat vitamine C en voorkomt daardoor scheurbuik. Aan deze ziekte konden de bemanningsleden sterven. Daarom probeerden ze het vlees van een ijsbeer, maar dat smaakte hen niet.
- Door de kou deed de klok het niet meer. Voortaan hielden de mannen de tijd bij met een zandloper.
- De mannen deden stenen in het vuur. Die legden ze 's avonds bij zich in bed. Lekker warm.
- In het dagboek van Gerrit de Veer komen voor het eerst de eilanden Spitsbergen en Bereneiland voor. Deze namen vinden we nu nog op de kaart en dat is te danken aan de tochten van Barentsz en zijn bemanning. Toen de bemanning terug kwam in Amsterdam waren de mensen blij, maar toch ook weer niet. Ze waren gelukkig om de mannen weer levend terug te zien, maar het Amsterdamse stadsbestuur was teleurgesteld omdat de tocht mislukt was.
- In 1871 kwam de Noorse kapitein Carlsen aan op Nova Zembla. Na 275 jaar was er voor het eerst weer iemand op Nova Zembla. Hij vond daar de resten van het Nederlandse kamp en Het Behouden Huys. De meeste spullen zijn nu te vinden in het Rijksmuseum in Amsterdam.